zondag 23 januari 2011

De eindeloze val


De man met de kap antwoordde niet meteen en naderde nog steeds.  Tom riep nog een keer:  “Wie bent u!” en de man antwoordde: “Mijn naam is Peter, en ik kom u vertellen dat er een groot gevaar voor u nadert!”. ‘Hoe bedoelt u?’ antwoordde Tom  en op hetzelfde moment klonk er een luide knal! Tom zag hoe Peter door zijn benen zakte en in de verte zag hij een groep mensen zwaaiend met geweren en gehuld in lange rode jassen naderden. Zonder nadenken begon hij te lopen alsof zijn leven er van afhing. (wat ook het geval was.) Hij startte zijn auto, raasde er mee weg en kon met moeite een tegenligger ontwijken. Zijn hoofd begon te tollen, ‘wat is dit toch allemaal, dit kan niet waar zijn!’ dacht hij. Wanneer hij dan toch thuiskwam zag hij dat zijn deur op een kier stond. Het zweet sloeg hem weer toe, hij liep snel naar zijn auto en nam zijn knuppel. Deze had hij altijd in zijn auto liggen nadat hij een paar jaar eerder eens gecarjacked was. Hij ging nu naar binnen met zijn knuppel in de aanslag, het was er donker en veel te stil naar zijn goesting. Plots hoorde hij boven iets kraken dus liep hij de trap op, maar toen zag hij het al. Boven aan de trap stonden een paar mensen ook gehuld in rode jassen. ‘Wie zijn jullie en wat willen jullie!’ riep hij en de mannen draaiden zich om. Eén van hen gooide en soort balletje op de trap en plots was alles mistig, Tom voelde zich benauwd en kon amper nog ademen waardoor hij zich voelde vallen. Het voelde alsof hij een eindeloze val maakte en plots werd hij wakker in zijn bed helemaal bezweet!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten